Welke uitdagingen zien wij in de mbo-praktijk?
- ‘Het management’ presenteert een nieuwe visie of beleid. ‘De werkvloer’ reageert sceptisch: wie heeft dit eigenlijk verzonnen en wat gaat er nu werkelijk veranderen? Top-down implementeren stuit steeds vaker op ‘ja zeggen en nee doen’.
- Onderwijsprofessionals innoveren volop in hun eigen praktijk, maar vaak zonder borging en verduurzaming. Bottom-up initiatieven missen de juiste balans tussen professionele ruimte en collectieve verantwoordelijkheid.
- Bestuurders en leidinggevenden ervaren obstakels voor een lerende organisatie en gedeeld leiderschap. Zij zoeken een impuls van de organisatiestructuur en -cultuur, met effectieve vormen van verticale dialoog, open ecosystemen en interdisciplinaire samenwerking.
Ik ben gegroeid in mijn rol als teamleider: van ondersteunend naar meer leidend, waarin ik scherper heb gekregen waar ik voor sta.
- Renee van Eijl, teamleider mbo bij ministerie van OCW
Hoe kijken wij naar leiderschapsontwikkeling in de mbo-praktijk?
We zien leiderschapsontwikkeling als een vorm van praktijkinnovatie. Vanuit onze visie op praktijkinnovatie, zien we drie werkzame principes voor leiderschap in het mbo:
- Variaties in de praktijk maken.
We houden van woorden en waarden, maar leiderschap gaat bovenal over handelen in de praktijk. Vaak zijn er patronen van macht en gewoonte, die we willen uitdagen en veranderen. Een nieuwe manier van vergaderen, samenkomen, praktijkvraagstukken in het midden leggen, zet de toon voor samenwerking. Via small wins ontstaan geleidelijk nieuwe manieren van denken en doen. - Onderscheidend verbinden.
De tijd van de alwetende leider is voorbij. Gedeeld leiderschap en collectieve wijsheid komen niet vanzelf. Het vraagt om manieren waarin mensen persoonlijk instappen, om en om in het midden staan en (ervarings)kennis delen. Als mensen zichzelf laten zien in wat hun onderscheidt, kan dat de verbinding ten goede komen. Dat vergt oefening. Via aanspreekbaar worden en alle stemmen laten klinken groeit het gevoel van inclusie en collectieve verantwoordelijkheid. - Tussentijds tonen en waarderen.
We kunnen niet meer van bovenaf bepalen wanneer het goed is. Dat doen we samen, gaandeweg. Dat vraagt om het tussentijds en met elkaar delen van je werk. De praktijk samen optillen. Zowel de onderwijspraktijk als beleidspraktijk. Vertrouwen, kwaliteit en aanspreekbaarheid groeien als we elkaar tot goed gezelschap zijn en het goede gesprek voeren. Via het waarderen en ontwikkelen van halffabricaten groeit het leer- en innovatievermogen.
Ik werd me bewust van mijn eigenheid
en durf die meer in te zetten.
- Joseline Jacobs, onderwijsmanager Bouw techniek, Koning Willem I College
Hoe werken we samen aan leiderschapsontwikkeling in de mbo-praktijk?
We gebruiken manieren van werken die een appèl doen op ons volledige register aan denken, voelen, waarnemen en weten. Daarmee doen we recht aan de complexiteit van (leiderschaps)vragen. We combineren onze expertise rond leiderschap, organisatiekunde en innovatie met onze ervaring in creatieve maakprocessen. Zo pendelen we tussen hoge, theoretische gronden en de moerassige praktijk.
Veelgebruikte aanpakken zijn:
- Begeleiding van een werkplaats. In contrast met praatsessies komen mensen hier samen om hun tussentijdse werk te tonen en ontwikkelen. Hun voortgang in de opgave van hun team of hun experimenten om nieuwe gespreks-, werk- en omgangsvormen te introduceren. Werkplaatsen bieden ruimte om eigen vraagstukken te verdiepen en deze te verbinden aan organisatieontwikkelingen.
- Modules zoals ‘bestuurskunst’ of ‘dans je vraagstuk’ als toevoeging op een lopend MD-traject. Hierin gebruiken we diverse kunstdisciplines om het ambachtelijke en kunstzinnige te belichten wat ligt verscholen in leiderschap.
- Leernetwerk Praktijkinnovatie MBO, waarin managers, directeuren, projectleiders en anderen samen optrekken rond het thema ‘mee-sturen in verandering’.